Speerwerpen
Bij het speerwerpen wordt de speer niet vanuit een ring geworpen, de werper mag namelijk een aanloop nemen.
Tijdens deze aanloop houdt de werper de speer horizontaal boven de schouder met de punt iets omhoog. De speer was vroeger van hout, tegenwoordig is hij van metaal. Voor de mannen is hij 800 gram, voor de vrouwen 600 gram. Voor de jongeren zijn er ook speren van 400 gram.
De speer is ongeveer 2,60m lang (voor de vrouwen iets korter). In het midden is deze met touw omwikkeld en dat is tevens de plaats waar de werpers de speren vasthouden. Na de aanloop brengt de atleet zijn werparm zo ver mogelijk naar achteren, ook de rest van zijn lichaam helt achterover.
Zo vormt het lichaam als het ware een boog, waaruit de speer wordt weggeschoten. Bij het gooien mag de atleet niet over de cirkelboog komen die het einde van de aanloop markeert. De speer moet met de punt als eerste op de grond komen anders is de worp ongeldig. Er kunnen grote afstanden worden bereikt het wereldrecord is bijna 100 meter! De pupillen gooien nog niet met de speer dat gebeurt pas als zij ouder worden. Zij werpen met de bal. Het balwerpen lijkt echter veel op het speerwerpen. De techniek voor het speerwerpen leer je al goed aan als je de bal bovenhands werpt. Net als bij de andere werpnummers mogen er meerdere pogingen gedaan worden waarvan de beste telt.