Lange afstand
Middenafstand
Bij de middenafstand moet men natuurlijk ook snel zijn. Maar die snelheid hoeft niet zo hoog te zijn. Op een grotere afstand houdt niemand het namelijk vol om op topsnelheid te lopen. De middenafstandloper moet over kracht en uithoudingsvermogen beschikken. Hij moet zich keihard inzetten. Ook wordt er vaak in wedstrijden tactisch gelopen. Dat wil zeggen dat een atleet goed de tegenstanders inschat en tijdens de wedstrijd een goede positie inneemt. In het begin moet de atleet zich proberen te sparen zodat hij op het laatste stuk een eindsprint in kan zetten. Als de atleet te snel van start gaat komt hij adem en snelheid te kort op het eind.
Lange afstanden
Uithoudings- en doorzettingsvermogen zijn nog belangrijker bij de lange afstanden. Deze afstanden eisen erg veel van de loper. Het verdelen van de krachten tijdens de wedstrijden is erg belangrijk. Dat geldt vooral voor de marathon. Lang geleden moest de Griekse soldaat Philippides van het plaatsje Marathon naar de hoofdstad Athene rennen om het nieuws te melden dat de Grieken de slag tegen de Perzen hadden gewonnen. Die afstand is gelijk aan de afstand die nu op de marathon wordt gelopen (42km en 195 meter). Het lange afstandlopen is in Nederland de laatste jaren enorm populair geworden. Er zijn tegenwoordig heel vaak loopwedstrijden. Een van de bekendste wedstrijden in Nederland is de Dam tot Dam loop, van Amsterdam door de IJtunnel naar Zaandam, waar veel meer dan dertig duizend deelnemers zijn, en waar op de kortere afstanden ook duizenden kinderen meelopen.